WORKSHOP - DESIGN THINKING

Wil jij leren hoe je creatieve en gebruiksvriendelijke ontwerpen maakt? In deze workshop ontdek je de kracht van Design Thinking: een methode waarmee topontwerpers problemen oplossen en innovatieve ideeën ontwikkelen.

Deze aanpak helpt je niet alleen bij de project projecten op het GLR, maar ook in je toekomstige carrière als mediavormgever. Je leert hoe je snel inzichten uit de doelgroep haalt, slimme oplossingen bedenkt en effectieve prototypes maakt. Met iedere itteratie til je jow project naar een hoger niveau!

Na deze workshop kun je:

• De fasen van Design Thinking benoemen en begrijpen.

• Design Thinking toepassen op een ontwerpprobleem.

• Snel en creatief ideeën bedenken op basis van gebruikersbehoeften.

• Inzien hoe Design Thinking je helpt bij je project en toekomstige werk als mediavormgever.

 Bedenk Creatieve Oplossingen voor een Alledaags Probleem

Wat is Design Thinking?

Denk buiten de gebaande paden Design Thinking is een proces dat je helpt om complexe problemen op te lossen. Het draait om de gebruiker en wat zij nodig hebben. Het gaat erom de mensen voor wie je iets maakt goed te begrijpen, zodat je een product of dienst ontwikkelt die echt aansluit bij hun wensen.

Waarom Design Thinking?

Het klinkt logisch om de klant centraal te stellen, maar in de praktijk is dat vaak niet zo. Mensen denken vaak in vaste patronen of aannames. Het is moeilijk om die aannames los te laten en echt vanuit de gebruiker te denken, maar Design Thinking helpt je daarbij. Het wordt vaak gezien als 'buiten de gebaande paden denken', omdat het je uitdaagt om op nieuwe manieren naar een probleem te kijken.

Design Thinking is dus niet alleen een manier van denken, maar ook een manier van werken. Het biedt praktische tools die je helpen om nieuwe ideeën te bedenken en betere oplossingen te vinden.

De 6 sprints van Design Thinking

1. Sprint 1: Inleven in de doelgroep
   Je duikt in de wereld van je gebruiker. Wat willen ze? Wat hebben ze nodig? Waar lopen ze tegenaan? In deze sprint focus je je puur op het begrijpen van het probleem, zonder al na te denken over oplossingen.
   
   

2. Sprint 2: Richting bepalen
   In deze sprint ga je het probleem concreet formuleren. Je kijkt naar alles wat je in de empathize-sprint hebt geleerd en haalt daar patronen uit. Zo kom je tot een duidelijke probleemstelling, die je vanaf hier gaat oplossen.
   
   

3. Sprint 3: Ideeën bedenken
   Nu ga je zoveel mogelijk ideeën bedenken om het probleem op te lossen. Brainstormen, out-of-the-box denken, of zelfs snel 8 ideeën op papier zetten in 8 minuten (de ‘crazy eight’) zijn technieken die je hierbij kunt gebruiken.
   
   

4. Sprint 4: Prototypes Ontwerpen
   Hier ga je je ideeën omzetten in simpele, goedkope versies (prototypes) en die testen binnen je team. Het draait niet om de perfecte versie, maar om het snel uitproberen en leren van je ideeën.
   
   

5. Sprint 5: Testen bij de doelgroep
   Na de prototype-sprint ga je je idee testen met echte gebruikers. Dit is vaak niet het eindpunt, want de resultaten kunnen je terug naar een eerdere sprint sturen. Zo blijf je constant verbeteren totdat je de beste oplossing hebt gevonden.
   
   

6. Sprint 6: Realiseren en Opleveren
   In deze laatste sprint maak je het eindproduct of de mediauiting af en lever je het op. Dit is waar je alles wat je hebt getest en geleerd tijdens de vorige sprints omzet in het daadwerkelijke resultaat.
   
   

Kortom, Design Thinking helpt je om creatief en praktisch naar problemen te kijken, met de gebruiker altijd centraal. Het is een proces van constant testen en verbeteren, totdat je de beste oplossing hebt gevonden.

Voorbeeld uit de praktijk

Airbnb, het online platform waarmee je overal kunt verblijven

Na de les heb je een goed begrip van het Design Thinking proces en kun je dit uitleggen, van Empathize tot Realiseren en Opleveren. Je hebt het proces toegepast op een specifieke case, waarbij je het probleem hebt gedefinieerd, ideeën hebt gegenereerd, prototypes hebt gemaakt en getest. Je hebt ook gereflecteerd op wat goed ging en wat verbeterd kan worden.

Je hebt je bevindingen gepresenteerd, met duidelijk visueel materiaal om het proces te verduidelijken. Je hebt laten zien dat je creatief kunt denken, probleemoplossend vermogen hebt en het proces goed kunt toepassen. Daarnaast kun je reflecteren op je werk en geef je blijk van goede communicatieve vaardigheden bij het presenteren van je ideeën en resultaten.