Spread Opmaken & Printen 

InDesign is een programma waarmee je professioneel vormgegeven documenten kunt maken. Het wordt veel gebruikt in de grafische wereld voor dingen die je kunt printen of online kunt publiceren. Denk bijvoorbeeld aan:
 

• folders en brochures.

• tijdschriften en kranten.

• boeken.

• posters en flyers.

• interactieve PDF’s (waarin je kunt klikken of formulieren kunt invullen).

Met InDesign breng je beeld en tekst samen in één ontwerp. Beelden die je bijvoorbeeld in Photoshop of Illustrator hebt gemaakt, kan je in InDesign combineren met teksten. Vervolgens kan je de opmaak van die teksten tot in de kleinste details aanpassen. Denk aan:

• het kiezen van lettertypes.

• het instellen van lettergroottes en regelafstanden.

• het gebruik van alineastijlen (zodat koppen, tussenkoppen en lopende tekst overal hetzelfde eruitzien).

• het aanpassen van letter- en woordspatiëring etc.

Daarnaast kun je in InDesign de opbouw en structuur van je hele document bepalen. Je werkt met zogenaamde 'pagina’s' en 'masters' waarmee je zorgt voor een consistente lay-out door het hele document heen.

Een spread in InDesign (en in grafisch ontwerp in het algemeen) betekent simpel gezegd: twee tegenoverliggende pagina’s (links en rechts) die je samen als één geheel bekijkt en ontwerpt. Denk bijvoorbeeld aan een een fotoreportage die over twee pagina’s loopt waarbij één grote afbeelding over de hele spread staat.

In InDesign werk je vaak met spreads zodat je:

• ontwerpen kunt maken waarbij beeld of tekst over beide pagina’s doorloopt.

• de opmaak mooi in balans kunt houden tussen de linker- en rechterpagina.

Afloop is het extra stukje ontwerp dat voorbij de snijtekens doorloopt en buiten het papier valt. Meestal is dit 3 millimeter. Dit voorkomt dat er na het snijden witte randjes ontstaan.

Door snijtekens toe te voegen en 3 mm afloop te gebruiken, weet je zeker dat er precies op de juiste plek wordt gesneden. Zo blijft het eindresultaat precies het juiste formaat zonder witte randjes. Vergeet dit nooit in te stellen!

Snijtekens zijn de hoekjes waarlangs het drukwerk wordt afgesneden om het juiste formaat te krijgen. Flyers en kaartjes worden vaak in grote vellen gedrukt en daarna langs deze snijtekens schoongesneden.

De snijtekens zitten buiten het ontwerp en worden door snijmachines automatisch herkend, waardoor het snijden snel en precies gaat.

Snijtekens (meestal met 3 mm afloop) zijn niet altijd verplicht, maar kunnen handig zijn bij het klaarmaken van je document voor drukwerk.

Alineastijlen zijn een soort sjablonen voor tekst. Je stelt van tevoren in hoe bijvoorbeeld je titels, kopjes, gewone tekst, quotes en bijschriften eruit moeten zien.

Daarna hoef je alleen maar het tekstvak te selecteren en met één klik de juiste stijl aan te zetten.

Voor een flyer is het niet altijd nodig, maar wat als je een magazine maakt van 20 of meer pagina's... Met alineastijlen kan je heel snel alle titels of kopjes tegelijk hetzelfde maken. Dat scheelt veel tijd!