BASIS TEKSTOPMAAK
WORKSHOP 1 | DESIGN | SPRINT 3
WORKSHOP 1 | DESIGN | SPRINT 3
Typografie gaat over het kiezen en gebruiken van lettertypes in een ontwerp. Tekstopmaak bepaalt hoe de tekst eruitziet op de pagina, zoals lettergrootte, regelafstand en uitlijning. Met de juiste typografie zorg je voor leesbaarheid, sfeer en een professionele uitstraling.
Een goede poster heeft een duidelijke hiërarchie in tekst. De kop mag eruit springen: gebruik een opvallend lettertype en maak deze lekker groot, zodat je direct de aandacht van de kijker trekt. Dit is het eerste wat iemand leest, dus maak het krachtig en visueel sterk.
Voor de platte tekst kies je juist een rustig, goed leesbaar lettertype. Houd de tekst niet groter dan 10 punten, dat is groot genoeg om prettig te lezen, zonder dat het rommelig wordt. Zorg daarnaast altijd voor voldoende regelafstand (leading). Door iets meer ruimte tussen de regels toe te voegen, blijft de tekst overzichtelijk en kan de lezer gemakkelijk van regel naar regel springen zonder te verdwalen.
Leerdoelen
Je leert geschikte lettertypes kiezen voor verschillende tekstsoorten, zoals kop, platte tekst, tussenkop en quote.
Je leert hoe je lettertypes effectief combineert voor een samenhangend ontwerp.
Je past corpsgrootte en regelafstand correct aan voor optimale leesbaarheid.
Werkvorm
Werkmateriaal
Werkvorm: Individueel
Duur: ± 1 uur
Computer en InDesign
InDesign document: Design typografie werkbestand.indd
WORKSHOP 1 | BASIS TEKSTOPMAAK
Stap 1: Open InDesign bestand
Open het InDesign-bestand “Design typografie werkbestand.indd”, te vinden in de Teams-map: Teams > Design > Bestanden > Iconisch Rotterdam
Download het bestand eerst naar je computer, open het vervolgens in InDesign en sla het daarna meteen op in je OneDrive-map.
Stap 2: Vier varianten
In het bestand staat vier keer dezelfde tekst. Geef elke tekst een andere opmaak. Denk hierbij aan: Keuze en combinatie van lettertypes, kleurgebruik, lettergrootte en typografische hiërarchie. Gebruik eventueel Adobe Fonts, Google Fonts of MyFonts om geschikte fonts te vinden.
Let op! In elke opmaak moet duidelijk onderscheid zichtbaar zijn tussen de volgende tekstonderdelen: Kop, inleiding, tussenkop, platte tekst en quote.
Stap 3: Printen en evalueren
Print het bestand uit op A4-formaat. Kies één van de vier tekstvlakken waarvan jij vindt dat het het beste is gelukt, en markeer deze.
Bespreek je keuze met een klasgenoot:
Vindt je klasgenoot hetzelfde?
Is jouw gekozen lettertype goed leesbaar?
Welke lettergrootte leest het prettigst?
Welke versie ziet er het aantrekkelijkst uit?
Noteer op je Pixel Gallery waarom deze versie volgens jou het beste is geslaagd.
Stap 4: Typografie noteren
Schrijf per tekstonderdeel (kop, inleiding, etc.) op welk lettertype, lettergrootte en kleur je hebt gebruikt. Je hebt deze gegevens later nodig voor:
Bij de workshop Styleguide
Je past deze gegevens to op de spread die je maakt over jouw Rotterdamse icoon.
Inleveren in Pixel Gallery
De print van je InDesign-bestand met markering van jouw beste ontwerp
Een korte uitleg waarom je daarvoor hebt gekozen
Een overzicht van de gebruikte lettertypes en groottes